Skip naar content

Belangrijkste wijzigingen Programmagids 2025 voor Erasmus+ Onderwijs & Training

De Erasmus+ Programmagids 2025 is beschikbaar. Hierin vind je alle informatie over de prioriteiten en subsidiemogelijkheden van het programma Erasmus+. In vergelijking met de programmagids van vorig jaar, is er een aantal belangrijke wijzigingen. Bekijk deze goed, zodat je precies weet wat de regels en kaders zijn voor de subsidiemogelijkheden van Erasmus+ Onderwijs & Training.

Alle onderwijssectoren

KA121/KA122: deelname aan ‘courses and training’ 

  • Tot nu toe was de duur van een cursus of training binnen een KA121 of KA122 mobiliteitsproject twee tot maximaal 30 dagen. Vanaf 2025 is dat twee tot maximaal tien dagen. Dit geldt voor KA121 en KA122 in alle onderwijssectoren. 
  • Maximaal drie personen van dezelfde organisatie kunnen in 2025 deelnemen aan dezelfde cursus of training. 
  • Maximaal tien personen van een mobiliteitsconsortium mogen vanaf 2025 samen dezelfde cursus of training kunnen volgen. 
  • Elke deelnemer mag slechts aan één cursus of training per project deelnemen. Dit geldt voor KA121 en KA122 in alle onderwijssectoren. 

KA121 en KA122 in middelbaar beroepsonderwijs en primair en voortgezet onderwijs 

Voor primair en voortgezet onderwijs en voor het middelbaar beroepsonderwijs geldt tenslotte nog dat de subsidie voor cursussen en trainingen maximaal 50% van de totale projectsubsidie mag bedragen in 2025. Voor projecten met een totale subsidie van 40.000 euro of minder geldt bij wijze van uitzondering een limiet van 20.000 euro voor cursussen en trainingen. Dit geldt dus alleen voor KA121 en KA122 in po/vo en mbo, en niet voor KA121 en KA122 in de volwasseneneducatie. 

KA131 en KA171 in hoger onderwijs 

De primaire focus van mobiliteit voor hoger onderwijs is het ondersteunen van mobiliteitsactiviteiten tussen EU-lidstaten en derde landen die geassocieerd zijn met het programma. Daarnaast ondersteunt de actie de internationale dimensie via twee onderdelen van mobiliteitsactiviteiten waarbij derde landen betrokken zijn die niet geassocieerd zijn met het programma. Hierbij een aantal wijzigingen ten opzichte van vorig jaar:  

  • Uitgaande mobiliteit naar Wit-Rusland en Rusland is niet toegestaan (KA131 en KA171).  
  • Inkomende stafmobiliteit vanuit Wit-Rusland en Rusland is niet toegestaan (KA171).  

KA210: maximaal vijf aanvragen als partner of coördinator 

Voor KA210 Small Scale Partnerships mocht je afgelopen jaar als organisatie per deadline bij maximaal tien aanvragen betrokken zijn. Dit jaar mag je bij maximaal vijf aanvragen betrokken zijn, hetzij als partner, hetzij als coördinator. Dit geldt voor dit type partnerschap (KA210) in alle sectoren. Let op: het maximum van vijf aanvragen gaat om alle KA210-aanvragen bij elkaar opgeteld van één organisatie. Ook je aanvraag/aanvragen bij een andere sector of bij het Nationaal Agentschap Jeugd & Sport tellen hierin mee. Je mag bovendien maar van één KA210-project coördinator zijn.

KA220: organisaties uit overige regio’s alleen als ‘associated partner’ 

Bij KA220 Cooperation Partnerships mogen, naast tenminste drie organisaties uit tenminste drie van de 33 officiële Erasmus+ landen, alleen nog landen uit regio’s 1 tot en met 3 (m.u.v. Belarus) deelnemen als extra partner. Let op: dit moet van aantoonbare essentiële toegevoegde waarde zijn voor het project. Organisaties uit de overige regio’s (waaronder ook Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk) kunnen dus alleen nog als ‘associated partner’ deelnemen aan nieuwe Cooperation Partnerships. Dit geldt voor dit type partnerschap (KA220) in alle sectoren: primair en voortgezet onderwijs, volwasseneneducatie, hoger onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.