Enthousiaste delegatie uit het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden neemt deel aan TCA op Madeira
Van 18 tot en met 20 april vond de TCA ‘Prioriteiten en kansen voor ultraperifere en overzeese gebieden en landen’ plaats op het Portugese eiland Madeira. Ruim 60 deelnemers uit ultraperifere en overzeese gebieden en landen van Denemarken, Frankrijk, Portugal, Spanje en Nederland kwamen bijeen om de implementatie en uitdagingen van het programma Erasmus+ in deze unieke gebieden te bespreken. Zij kwamen tot een aantal belangrijke inzichten, die ze graag breder delen.
De belangrijkste inzichten
Ultraperifere gebieden, ook wel verafgelegen gebieden of regio’s van een lidstaat, hebben door hun geografische ligging en lokale context te maken met specifieke uitdagingen. Vanuit hun perspectief zouden de volgende punten helpen bij deelname aan het programma Erasmus+.
- Begeleiding in het proces richting een projectaanvraag is belangrijk om het programma Erasmus+ zo toegankelijk mogelijk te maken.
- Laat zien dat commitment en leiderschap vereist zijn van een instelling om een project met subsidie van Erasmus+ te implementeren.
- Naast digitale media is ook persoonlijke ondersteuning belangrijk. Dit is nodig om een project op te starten en te versterken.
- Tip voor projectcoördinatoren in kleine gemeenschappen: verspreid goede en herkenbare praktijkvoorbeelden. Dit helpt om drempels te verlagen en anderen te inspireren, wat de opstart en uitvoering van projecten ten goede komt.
Een TCA levert naast kennis ook veel waardevolle contacten op
Naast alle inzichten die verkregen zijn, waren alle deelnemers het eens over de waardevolle contacten die gelegd zijn. Bijvoorbeeld met organisaties die soortgelijke uitdagingen hebben en waarmee projecten met subsidie van Erasmus+ opgezet kunnen worden. Ook met instellingen waar men vragen aan kan stellen om te leren van hun eerdere ervaringen. Het opdoen van deze nieuwe contacten is een groot pluspunt van deelname aan een TCA.
Veel interesse vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden
Met 14 afgevaardigden had ons Koninkrijk de grootste delegatie tijdens deze internationale bijeenkomst. Daarbij waren alle eilanden vertegenwoordigd. Vanuit Aruba was er een deelnemer van het Ministerie van Onderwijs. Vanuit Curaçao namen het Radulphus College, Frater Aurelio, Dienst Openbare Scholen (Nilda Pinto sbo/mbo) en de Universiteit van Curaçao deel. St. Maarten was vertegenwoordigd door een deelnemer van het Milton Peters College (voortgezet onderwijs). Daarnaast was er een afgevaardigde van de Rijksdienst Caribisch Nederland, een deelnemer die primair onderwijsscholen uit St. Eustatius vertegenwoordigde en twee deelnemers uit Saba (Public Entity Saba en Saba Comprehensive School).

Vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk is het enthousiasme om deel te nemen aan het programma Erasmus+ nog verder aangewakkerd.