Ondersteuning voor Nederlandse deelnemers van Europese Universiteiten Initiatief
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft besloten om nationale financiering toe te kennen aan Nederlandse deelnemers én aspirant-deelnemers van het Europese Universiteiten Initiatief. Met deze ondersteuning wordt vooral de vertegenwoordiging van hbo in het initiatief gestimuleerd.
Met de nationale financiering ontvangt iedere deelnemende instelling aan een alliantie jaarlijks een bedrag van € 250.000, voor een periode van vier jaar. Geïnteresseerde instellingen die nog niet in een andere geselecteerde alliantie vertegenwoordigd zijn, worden financieel ondersteund met een eenmalig bedrag van € 50.000 voor voorbereidende activiteiten in de selectieprocedure van het initiatief.
Transnationale allianties
Europese universiteiten zijn transnationale allianties van instellingen voor hoger onderwijs in de Europese Unie die een langetermijnstrategie delen, Europese waarden en een Europese identiteit promoten en gezamenlijk onderwijs verzorgen over uitdagingen waar we mondiaal voor staan. Denk aan klimaatverandering, gezondheid en duurzaamheid. Een deel van de allianties zet ook in op gezamenlijk onderzoek.
Europese universiteiten
In Nederland zijn op dit moment twee hogescholen en elf universiteiten als volle partner betrokken bij het initiatief. Een van de belemmeringen die Nederlandse deelnemende instellingen ervaren, is het gebrek aan extra nationale financiële steun voor de ontwikkeling van de Europese universiteiten. Op dit moment ontvangt elke alliantie financiering voor onderwijs uit Erasmus+. Een aantal allianties ontving voor onderzoek bovendien financiering uit Horizon2020. Sommige buitenlandse instellingen ontvangen daarnaast extra financiering van overheden. Nationale cofinanciering is geen voorwaarde voor deelname, maar de Europese Commissie (EC) roept lidstaten wel op om financieel bij te dragen.
Aanvullende financiering
De minister begrijpt dat het beeld wringt dat sommige lidstaten de deelnemende instellingen extra financieren en de Nederlandse overheid dit tot nu toe niet heeft gedaan. “Tot nu toe was de lijn vanuit OCW dat een instelling op eigen initiatief kan besluiten om een deel van de rijksbijdrage toe te kennen aan de ontwikkeling van de Europese universiteit. Dit past binnen de bestedingsvrijheid van de lumpsum. De betrokken Nederlandse instellingen hebben echter aangegeven dat dit niet voldoende toereikend is om de gestelde ambities van de allianties te realiseren, onder meer vanwege de hoge opstart- en coördinatiekosten. Ik ben dan ook verheugd om kenbaar te maken dat aanvullende financiering de komende jaren mogelijk wordt gemaakt.”