De + van EDINA/Universiteit Utrecht
Betere vooruitzichten voor pas aangekomen migrantenkinderen
Project EDINA (EDucation of International Newly Arrived) wil de vooruitzichten van een zeer kwetsbare groep leerlingen verbeteren: pas aangekomen migrantenkinderen. Gemeenten, scholen en leraren in heel Europa krijgen hierbij hulp vanuit het EDINA-project. Als ondersteuning van transnationale partnerschappen tussen onderwijs-, opleidings- en jeugdinstellingen en -organisaties krijgt het project subsidie via Erasmus+. EDINA is een samenwerking tussen beleidsmakers, scholen en onderzoekers uit Finland (Helsinki), België (Gent) en Nederland (Rotterdam en Utrecht). Sergio en Marie van de Universiteit Utrecht vertellen hun verhaal.
Kijk hier naar hun verhaal:
De manier om te integreren was: Nederlands, Nederlands, Nederlands, Nederlands. ‘De bagage die kinderen meenemen vanuit hun eigen land, waaronder hun eigen taal, werd genegeerd’, aldus Sergio Baauw, docent-onderzoeker aan Universiteit Utrecht. ‘Dat is aan het veranderen. Ook doordat leraren leren omgaan met taalkundig diverse klassen. Tegelijkertijd denken leraren ook kritisch na over de manier waarop zij deze kinderen beoordelen.’ Sergio onderzoekt taalverwerking, ook bij nieuwkomers in het onderwijs.
Marie Steffens is wetenschappelijk medewerker bij het EDINA-project en docent taalkunde en interculturele communicatie bij Universiteit Utrecht. ‘EDINA is bedoeld om leerkrachten, scholen, gemeenten te ondersteunen bij de ontvangst en integratie van nieuwkomerleerlingen in het schoolsysteem. Wij doen dat door tools aan te bieden aan leerkrachten, en reflectie-activiteiten. Ook verzamelen we goede werkpraktijken.’
Scholen worden samengebracht met beleidsmakers en onderzoekers van universiteiten. Sergio: ‘Als dit project er niet was geweest, dan bepaalt de achtergrond van een leerling de professionele toekomst. Dat is jammer. Voor de student zelf, maar het is ook vernietiging van kapitaal. Het zijn kinderen met competenties die ze niet kunnen ontwikkelen. Dat zou doodzonde zijn, ook voor de Nederlandse samenleving. Ik ben trots op de positieve bijdrage die we leveren aan het leerproces van nieuwkomers.’
Erasmus+ is volgens Marie belangrijk omdat dergelijke projecten, met verschillende partners in Europa, moeilijk kunnen samenwerken zonder financiering. ‘Dat is het nut van Erasmus+. Ik ben er trots op dat we de tweede fase van het project hebben kunnen ontwikkelen en hiervoor een nieuwe financiering hebben gekregen. Dat was belangrijk om ons netwerk te kunnen vergroten, verbeteren en verder ontwikkelen.’