EDIC+: ‘Je leert het meest als je jouw eigen frame moet uitleggen’
Education for Democratic Intercultural Citizenship
Als je jongeren wil voorbereiden op een actieve deelname aan een democratische samenleving, met speciale aandacht voor sociale gelijkheid en tolerantie, speelt educatie een cruciale rol. Het project EDIC+ (Education for Democratic Intercultural Citizenship+) van Erasmus+ wil burgerschapseducatie in het onderwijs bevorderen. Hoogleraar Wiel Veugelers van de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht was lange tijd coördinator en nu nog betrokken bij het project.
Doel van het internationale onderwijsprogramma is een platform creëren voor samenwerking, zodat docenten, studenten en onderzoekers van elkaar leren, internationale ervaringen opdoen en bijdragen aan elkaars projecten voor onderwijsverandering. Wiel Veugelers: “Onderwijs bereidt voor op de samenleving, onder meer door voor te bereiden op de beroepscarrière en het maatschappelijk functioneren. Vanuit de lerarenopleidingen, educatieve faculteiten en studies als pedagogiek zoomen wij daarbij in op de begrippen democratie en interculturele samenleving.”
De zeven deelnemende universiteiten uit Nederland, Estland, Finland, Griekenland, Spanje, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk hebben de afgelopen jaren een gezamenlijk curriculum ontwikkeld. Elke universiteit organiseerde een eigen EDIC+ Module en implementeerde die voor een zo internationaal mogelijke groep studenten. “Bij iedere module komt ook een gastspreker langs van een van de universiteiten. Deze ‘critical friend’ geeft dan een college, woont activiteiten bij en overlegt over de module. Het is een mooie manier om concreet samen te werken en van elkaar te leren.”
Van Praag tot Thessaloniki
De partneruniversiteiten boden jaarlijks ook een Intensive Programme aan voor zowel master- en PhD-studenten als stafmedewerkers van de betrokken universiteiten. “We zijn tien dagen bij elkaar gekomen om samen een aspect van de module uit te proberen”, vertelt Veugelers. “De eerste keer was in 2017 in Praag. De tweede keer was een combinatie van Tallinn en Helsinki en de laatste keer zijn we in Thessaloniki geweest. We keken wat er speelt in een land en relateerden dat aan een van de thema’s. Iedere universiteit leverde een eigen bijdrage tijdens deze bijeenkomsten.”
Volgens Veugelers legt iedere universiteit een eigen accent, passend binnen het brede conceptuele framework. “Zo gaat het in Finland vooral om de morele ontwikkeling van docenten en studenten, leggen ze in Tsjechië de nadruk op de civil society en ligt het accent in Engeland op de inclusieve samenleving. In Griekenland kijken ze vooral naar multicultureel onderwijs, met educatieve activiteiten voor minderjarige vluchtelingen en in Spanje draait het om de relatie met ouders en gezinnen. In Estland ligt het accent op onderwijsvernieuwing. De verschillende accenten vullen elkaar goed aan.”
Eigen frames uitleggen
Het project Erasmus+ heeft het internationale aanbod, de curriculumontwikkeling, netwerkvorming en samenwerking versterkt. De onderwerpen democratie en intercultureel burgerschap zijn altijd contextgevoelig en het is interessant om te kijken naar de verschillende internationale aanpakken. Maar is het ook relevant? “Je leert veel van de ervaringen in andere landen”, zegt Veugelers, “maar je leert misschien nog wel meer als je anderen moet uitleggen hoe het in jouw land is. De eigen frames worden hierdoor heel erg helder.”
Tijdens de afsluitende bijeenkomst in Utrecht werd het boek Education for Democratic Intercultural Citizenship gepresenteerd, met bijdragen over burgerschapsonderwijs uit de zeven Europese landen. Eduard Nazarski, directeur van Amnesty International Nederland, nam het eerste exemplaar in ontvangst. Veugelers: “Met dit boek hebben we de SIG Moral Development and Education Book Award van de American Educational Research Association (AERA) gewonnen. De prijsuitreiking zou in april plaatsvinden in San Francisco, maar door corona ging dat helaas niet door. Jammer, maar het is hoe dan ook een mooie erkenning voor ons werk.”
Nieuwe schil om stevig netwerk
Formeel is alles afgerond in augustus 2019, maar de modules draaien nog steeds en studenten houden onderling contact via app-groepen. Veugelers: “Als universiteiten stimuleren we docenten en studenten om met een Erasmusbeurs in een ander land aan de modules deel te nemen. Ook hebben we minimaal twee keer per jaar online contact om te kijken hoe we kunnen blijven samenwerken. Het netwerk is stevig gevormd.”
Vanuit andere universiteiten is veel waardering en belangstelling voor het partnerschap. “We zijn aan het kijken of we een schil kunnen vormen om de zeven partneruniversiteiten. Daaromheen kunnen we wellicht een schil maken van universiteiten buiten Europa. Op deze manier zijn nog veel uitbreidingen mogelijk.”
Dit artikel verscheen eerder in magazine Erasmus+ 2021 >