HEALTH-I
In gesprek met Nikki Giron en Joyce Browne
‘In een internationale setting werken zorgt voor flexibiliteit’
Binnen HEALTH-I werken partners vanuit verschillende landen samen om de klinische epidemiologie en big data onderzoekscapaciteit in Indonesië te bevorderen en versterken met online en persoonlijk onderwijs. Door Covid-19 kwam dit onderwerp extra in de belangstelling, maar tegelijkertijd kreeg patiëntenzorg meer prioriteit. We spreken consortiumleider en initiatiefnemer Joyce Browne, Assistant Professor Global Health / Epidemiology aan UMC Utrecht en projectmanager Nikki Giron over de impact van het project.
HEALTH-I komt voort uit een jarenlange samenwerking tussen UMC Utrecht en Universitas Indonesia op het gebied van epidemiologie. Browne: ‘Dat is nu wereldwijd relevanter dan ooit, waar het in de samenwerking eerst vooral in Indonesië speelde.’ Het project HEALTH-I gaat onder meer over big data. Browne: ‘Hoe gebruiken we die en hoe kunnen we daar waardevolle conclusies uit trekken? We maken de stap van onderzoek naar praktijk.’ Het gaat verder om blended learning en online teaching, een onderwerp dat door COVID-19 in de spotlight is komen te staan. ‘Het project is gestart voor de uitbraak van COVID-19, maar het lijkt nu allemaal veel logischer’, aldus Browne.
Capacity Building in Higher Education
HEALTH-I is mede gefinancierd door Erasmus+ Capacity Building in Higher Education. Het project heeft als hoofddoel gezondheid en welzijn in Indonesië te verbeteren door de infrastructuur van de ontwikkeling van blended onderwijs in Indonesië te versterken. Het consortium bestaat uit vier Indonesische universiteiten: Universitas Indonesia, Padjadjaran University, Universitas Gadjah Mada en University of Hasanuddin. Verder doen er vier Europese partners mee: University College London, Autonomous University of Barcelona, Elevate Health (Nederland) en Universitair Medisch Centrum Utrecht in Nederland.
Invloed van Covid-19
Volgens Giron en Browne is de invloed van COVID-19 gigantisch. In de zorg gaan patiënten logischerwijs altijd voor en hierdoor lag de prioriteit niet altijd bij het project. Giron: ‘Voor COVID-19 was het al lastig om het project te combineren met de praktijk, maar dit is door de corona-uitbraak nóg moeilijker geworden.’ Tegelijkertijd was het ook een kans. ‘Het gaf ook een versnelling aan het project’, aldus Browne. ‘Ik wist niet dat online meetings zo leuk konden zijn.’
Aanvullende expertises
Met het project zijn diverse cursussen ontwikkeld, zowel voor fysieke klassen bij Indonesische universiteiten als via e-learning. Giron: ‘Iedere partner heeft een eigen cursus ontwikkeld. We brengen allemaal verschillende expertises mee en vullen elkaar aan.’ Iedereen vanuit een andere discipline maar allemaal vanuit dezelfde manier van werken en vanuit een medische achtergrond. ‘Uiteraard heb je te maken met taalverschillen en culturele verschillen, bijvoorbeeld in de manier van leren. Zo vragen en verwachten Nederlandse docenten veel pro-activiteit en assertiviteit en dat is in andere landen vaak minder. Als je je daar bewust van bent, kun je daar rekening mee houden in het programma.’
Morele verplichting
Dat UMC Utrecht een leidende rol heeft in het geheel, heeft volgens Browne te maken met de morele verplichting om de wereldgezondheid vooruit te helpen. ‘We hebben niet alleen patiënten in Nederland, maar zijn onderdeel van de hele wereld. We zien het als onze plicht om onze kennis en vaardigheden te delen. Dat kan heel goed in partnerschappen. Indonesië en Nederland delen een speciale geschiedenis die we willen erkennen en meenemen naar de toekomst.’
Afsluitend symposium
Het project startte in 2017 en is nu compleet. Giron en Browne kijken positief terug op het project, dat in juli officieel haar eindsymposium had. Eind oktober volgt nog een presentatie tijdens de WINNER conferentie, die onder meer wordt georganiseerd door NWO, de Nederlandse ambassade in Jakarta, KNAW en hun Indonesische tegenhanger [https://winner.or.id/events/reflection-of-health-i/] plaats. Vanuit Indonesië zijn hierbij belangrijke vertegenwoordigers aanwezig van ministeries en universiteiten. Tijdens de conferentie komen onder meer enkele best practices aan bod. ‘We zijn ook zeker nog niet klaar’, zegt Browne. ‘Er is nog zoveel dat we samen kunnen doen. Tijdens onze afsluitende bijeenkomst hebben we onze partners in Indonesië ook gevraagd om aan te geven wat ze graag wilden en dat is een lange lijst. Voorlopig gaan we door. Ik zou graag in Indonesië gaan kijken hoe we de samenwerking kunnen voortzetten. Bijvoorbeeld met nieuwe promotieonderzoeken, want dit stond hoog op de prioriteitenlijst van de partners.’
Aanpassen aan andere omgeving
Browne vindt internationaal werken waardevol omdat je je leert aanpassen aan een andere omgeving. ‘Niet vast blijven zitten in je eigen wereld is een waardevolle competentie.’ Voor Giron geldt hetzelfde. ‘Het is heel waardevol om te leren hoe verschillende landen werken en te begrijpen hoe anderen werken.’ Volgens Browne zijn buitenlandse stages daarom ook heel belangrijk. ‘In een internationale setting werken zorgt voor flexibiliteit.’
Meer weten?
Dit najaar is er weer een call voor Capacity Building. Naast de sectoren hoger onderwijs en jeugd zijn er in het nieuwe programma ook mogelijkheden voor mbo. Ook worden nieuwe aanvragers en kleinere instellingen speciaal aangemoedigd een aanvraag in te dienen.
