Het begin van Dagmar Eskens
‘Erasmus+ heeft nu al zoveel deuren geopend’
Dagmar Eskens had als leerkracht van groep 4-5 op Basisschool de Wegwijzer in Tilburg nooit gedacht dat ze in het primair onderwijs iets zou kunnen met internationale uitwisseling. Ruim vier jaar verder is Erasmus+ een vast begrip binnen de school.
Wat heb jullie gedaan?
We zijn in 2016 gestart met Erasmus+. Het begon allemaal met het contact dat we hadden met een school in Kroatië. Zij vroegen ons mee te doen aan een project dat zij hadden bedacht. Sterker nog, ze vroegen of wij coördinatorschool wilden worden. Daar hadden we geen ervaring mee, maar besloten: dat gaan we gewoon doen.
Eerst zijn we ons gaan verdiepen in het plan van de Kroatische school. Zij wilden cultureel erfgoed koppelen aan rekenen en daarmee wereldburgers maken van hun leerlingen. Over dat doel waren wij direct enthousiast, want dat gunnen we onze leerlingen ook. Persoonlijk ben ik altijd voor een uitdaging te porren, zeker internationaal. Ik had er eerder simpelweg niet over nagedacht omdat ik niet wist dat zoiets ook in het basisonderwijs kon. Ik dacht dat uitwisselingen alleen in het voortgezet onderwijs gebeurden.
Hoe was het?
Afgelopen week was de laatste uitwisseling in de vorm van een digitale mobiliteit, want door corona kan het helaas nog niet live. We hebben het project een jaar verlengd omdat we het jammer vonden om het dood te laten bloeden. Het idee was: we gaan alles doen, dan maar digitaal. Zo zijn we het Nederlands cultureel erfgoed gaan verkennen met een digitale rondleiding door Amsterdam en het Anne Frank Huis, gecombineerd met rekenopgaven.
Via Teams hadden we ontmoetingen met scholen in andere landen en de leerlingen konden samen opdrachten doen. Inmiddels zijn we daar heel handig in, dus daar was geen drempel meer. Het is prachtig om te zien dat kinderen die elkaar niet kennen, elkaars taal niet spreken en een andere culturele achtergrond hebben, elkaar toch begrijpen. In een klein groepje met dezelfde acht gezichten trekken ze de hele week samen op. In de voorbereiding hebben we een paar Engelse woorden geoefend, maar je hebt weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen. Zolang je elkaar kunt zien, kom je een heel eind.
Wat heeft het gestart?
Het project heeft ons een opening gegeven om hier nog vele jaren mee door te gaan. Ik gun heel veel kinderen een internationale uitwisseling. Het heeft nu al zoveel deuren geopend. Samen staan we zoveel sterker dan alleen. We zijn dik vier jaar verder en Erasmus+ is nu een vast begrip binnen onze school. Daar zijn we heel trots op en blij mee.
Erasmus+ heeft voor mij persoonlijk betekend dat grenzen vervagen. Je kunt samenwerking in alle landen opzoeken. De wereld is zoveel groter dan je eigen stadje. Het is mooi om leerlingen te laten zien dat er over de hele wereld kinderen zijn zoals zij. Ze zijn hetzelfde, maar leven in verschillende omstandigheden. Buiten de doelen om in het project aan rekenen en lezen te werken, raakt het een groter vlak. Het maakt duidelijk dat er veel meer mogelijk is dan we denken.
Start met impact?
In september starten we een nieuw project als coördinatorschool, met vier andere partners. Het gaat vooral over wereldburgerschap. Het gaat erom dat leerlingen elkaar ontmoeten en met kinderen uit andere landen leren samenwerken. Engels spreken vinden ze in het begin vaak spannend, maar het is belangrijk dat ze de drempel overgaan en merken dat het lukt. Hoe eerder je de kans krijgt om die succeservaring te hebben, hoe beter. We laten dat graag zien aan andere basisscholen. Dit kan gewoon! Wat let je?
Dit verhaal maakt onderdeel uit van de lancering van het nieuwe programma 2021-2027, met als thema Let’s begin. Op dinsdag 22 juni is een interactieve online lanceringsbijeenkomst voor iedereen die met Erasmus+ wil starten of doorgaan.