Studeren én werken als taalassistent Nederlands in Bologna
Overweeg jij om in het buitenland te gaan studeren? Lees deze 5 tips van Mark!
Mark was student-assistent Nederlands aan de Universiteit van Bologna
Mark Schilder (21 jaar) volgde de opleiding Italiaanse taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, en studeerde het afgelopen jaar aan de Universiteit van Bologna. Tijdens zijn studiejaar in het buitenland gaf Mark Nederlandse taallessen aan Italiaanse studenten.
Als wij Mark spreken, is hij net een week terug in Nederland. Van september 2018 tot en met juli 2019 studeerde Mark Italiaanse taal en cultuur aan Universiteit van Bologna, met behulp van een beurs Erasmus+. Hoe heeft hij zich op deze periode in het buitenland voorbereid?
1. Gebruik je keuzeruimte om naar het buitenland te gaan
Mark: “Ik heb Italiaans altijd al een mooie taal gevonden. Toen ik op het vwo de open dagen van universiteiten bezocht, wist ik al wel dat ik ‘iets’ met taal wilde doen, maar Taalwetenschappen vond ik wat te algemeen. Ik wilde mij echt in één taal verdiepen."
Italiaanse taal en cultuur is een van de kleinere studies van de UvA, met veel keuzeruimte voor studenten. Mark: "Na het Proefstuderen bij de UvA wist ik het zeker: dit ga ik doen! Omdat het een relatief kleine opleiding is, is de inhoud ook erg flexibel: je kunt er dingen bij doen, twee keuzevakken per jaar bijvoorbeeld. Je kunt de keuzeruimte ook gebruiken om een semester aan een Italiaanse universiteit te studeren, of voor een stage of minor.”
2. Breng een oriënterend bezoek aan je buitenlandse universiteitsstad
Mark koos er bewust voor om een jaar lang aan de Universiteit van Bologna te gaan studeren: "Ik zocht een combinatie van taalwetenschap en lesgeven, en in Bologna wordt een goede combinatie van meerdere didactische vakken aangeboden. Door die combinatie wist ik: daar moet ik heen!"
De coördinator internationalisering van de UvA had Mark bovendien aangeraden om zich voorafgaand aan zijn buitenlandjaar goed te oriënteren - niet alleen qua universiteit, maar ook de universiteitsstad.
“Mijn aanspreekpunt van Erasmus+ gaf aan dat naast de vakken die je in het buitenland wilt volgen het belangrijkste de stad is: je gaat er toch een heel jaar wonen. Ik was alleen nog maar in Milaan en in Rome geweest, en twijfelde of ik daarom tussen die twee Italiaanse steden moest kiezen. Toen ben ik op vakantie gegaan naar Florence en Bologna. Hierna wist ik: Bologna is mijn stad, hier voel ik mij thuis. Dit heb ik ook in mijn motivatiebrief vermeld."
3. Geef Nederlandse taalles in het buitenland
De Nederlandse Taalunie biedt de mogelijkheid aan studenten Erasmus+ om in het buitenland taalassistent Nederlands te worden: op zijn eerste dag in Bologna werd Mark hier meteen voor benaderd. Mark legt uit: "Ik had al over eens over deze mogelijkheid van de Taalunie gehoord op de Open Dag van de UvA. Op mijn eerste dag in Bologna stuurde de Italiaanse coördinator Nederlands mij een bericht, met de vraag of ik mij kandidaat wilde stellen. Toen heb ik natuurlijk meteen ja gezegd!"
Mark werd in eerste instantie aangenomen om wekelijks bij één taalles aan eerstejaarsstudenten Nederlands te helpen, maar dit beviel zowel Mark als de Italiaanse docent zo goed, dat hij ook bij taallessen aan het tweede en derde jaar Nederlands ging assisteren.
Mark: "In het eerste jaar begin je helemaal op ‘nul’, dus dan leer je bijvoorbeeld hoe je de ‘g’ moet uitspreken. In het tweede en derde jaar komen hier Nederlandse literatuur en poëzie bij." Leerlingen van Mark hielden onder meer een presentatie over verschillende Nederlandse steden, waaronder Marks woonplaats Volendam.
Dankzij zijn baan als taalassistent, kon Mark de didactische vakken direct toepassen: "Het leuke is dat je ziet hoe het in de praktijk gaat. Want sommige dingen kun je wel in een boek lezen, maar in de praktijk is het toch wel lastiger om bepaalde zaken goed uit te leggen."
4. Verdiep je in de regels van je nieuwe universiteit
Mark: "De Italiaanse coördinator Nederlands had verteld dat mijn functie als student-assistent ook zou helpen om de werkdruk te verlagen voor de ‘echte’ docent, en om de afstand tussen de Italiaanse docent en de studenten wat te verkleinen. In Italië zijn de verhoudingen namelijk een stuk hiërarchischer dan in Nederland. De docent spreekt de leerling bijvoorbeeld ook met ‘u’ aan."
Ook de wijze waarop examens aan de universiteit worden afgenomen, verschillen enorm. "Als je in Italië examen doet, is dit vaak een mondeling examen van 20 minuten. Heel anders dan in Nederland! Je hebt dan vakken van 4 à 5 maanden gehad, en die lesstof moet je allemaal in 20 minuten kunnen vertellen. Bij mijn eerste tentamen ging dat wat minder, maar hierna begreep ik dat er van je wordt verwacht dat je heel veel vertelt, ook als je het antwoord op een vraag niet direct weet. Dus als je mondeling examen doet in Italië: praat gewoon over de dingen die je wel weet!"
5. Geef een vervolg aan je buitenlandervaring
In Bologna ontmoette Mark zijn Italiaanse vriend: "Met Kerst komt hij twee weken naar Nederland." Hij overweegt momenteel om terug te gaan naar Bologna voor een masteropleiding, of om een jaar in Italië te gaan werken.
Mark gaat sowieso door met het geven van Nederlandse taallessen: "Ik wil graag les gaan geven aan immigranten. In de zesde klas van het vwo heb ik voor mijn profielwerkstuk bijvoorbeeld ook stage gelopen bij Fiolet Taaltrainingen: zij hebben locaties op drie plekken in Nederland (Hoorn, Purmerend en Schagen)."
Mark heeft ook nog steeds goed contact met zijn Italiaanse leerlingen: “Ze kennen mijn naam - Mark Schilder werd al snel omgedoopt tot Mark Pittore, schilder in het Italiaans. Zij volgen mij op Instagram, en dan vragen ze nog wel eens om hulp bij hun Nederlands!”