‘Van Erasmus+ krijg je de tijd om elkaar te leren kennen’
Succesvolle samenwerking in project HAPPY
Het HAPPY Project is een samenwerking tussen acht universiteiten in Europa en Bhutan, met als doel kwalitatief onderzoek in Bhutan naar een hoger niveau te tillen. Coördinator Esther den Hartog van Vrije Universiteit Amsterdam en projectmanager dr. Samir Patel van Royal Thimphu College (RTC) vertellen meer over het project en de bijdrage van Erasmus+.
De twee kennen elkaar via een ander project. Esther: “Voor een capacity building project met een andere instelling was ik in Bhutan en daar heb ik Samir ontmoet. De kennismaking was inspirerend en leidde tot het gezamenlijk indienen van een voorstel bij Erasmus+ voor staff exchange. Sociale wetenschappers van RTC en VU hebben van deze uitwisseling gebruikgemaakt en elkaar leren kennen. Dat is uiteindelijk de basis geworden van het HAPPY Project.” Samir: “We hebben een goede werkrelatie sinds 2018. Via mobiliteiten en studentenuitwisselingen hadden we al een paar jaar verschillende connecties. Ook werkten we als RTC al samen met de Universiteit Leiden. Het is belangrijk elkaar eerst te kennen voordat je een groot project als HAPPY start.”
Het viel Samir op dat resultaten in onderzoek niet overal van hetzelfde niveau waren. “We wilden de onderzoekscapaciteit in Bhutan vergroten en verder ontwikkelen, vooral als het gaat om kwalitatief onderzoek in sociale wetenschappen en geesteswetenschappen. De impact hiervan zie je terug in de bredere maatschappij. Het is een duurzame ontwikkeling, want kwalitatief onderzoek gaat over dagelijkse uitdagingen van mensen. Onderzoek in Bhutan bestaat tot nu toe vooral uit statistiek. Dat is goed bekend bij onderzoekers, maar statistieken geven niet altijd het volledige beeld. Kwalitatief onderzoek gaat om het begrijpen van de verhalen achter de cijfers.”
Verhalen achter de cijfers
Narratief en kwalitatief onderzoek passen beter in de geschiedenis en cultuur in het land. Ironisch genoeg sluit de manier van lesgeven en onderzoek doen hier nu niet bij aan. “Andere colleges in Bhutan ervaarden hetzelfde”, zegt Samir. “Zij hadden ook interesse om hun capaciteiten te versterken in kwalitatieve onderzoeksmethoden. Door de bestaande relaties met Nederlandse partners konden we het idee verkennen voor een gezamenlijk project. We zijn in zowel Bhutan als in Nederland bij elkaar gekomen om te brainstormen. Dit leidde begin 2022 tot een gezamenlijk voorstel voor HAPPY project.”
Esther: “We versterken de competenties van medewerkers in Bhutan, op zo’n manier dat zowel studenten als academici en ondersteunende medewerkers ervan profiteren. Overigens willen we niet dat iedereen overstapt van kwantitatief naar kwalitatief onderzoek. We willen de balans terugbrengen zodat zowel studenten als medewerkers bekwaam worden in beide typen onderzoek.”
Grote invloed van pandemie
De teams ontmoeten elkaar in het begin van 2020 en keken toen naar de vraag hoe je ‘de trainers kunt trainen’ en hoe zij de kennis kunnen overbrengen op de studenten.
Samir: “In het opgerichte consortium hebben we vier instituten in Bhutan samengebracht met vier internationale partners: twee uit Nederland en twee uit Slovenië. In totaal gaat het om acht instituten en veertig medewerkers in Bhutan, met verschillende rondes met trainingen.”
Volgens Esther was de opstart van het project best ingewikkeld. “We hebben samen het voorstel geschreven in een gedeelde werkomgeving. Iedereen in het kernteam kon een bijdrage leveren en daarna hebben we anderen erbij betrokken: medewerkers, management, enzovoort. Dit zorgde voor veel draagvlak. Toen we het voorstel schreven had echter nog niemand van Covid gehoord. Toen we eind 2020 van de EU hoorden dat we ons project voorstel mochten uitvoeren, moesten we de aanpak van al onze activiteiten en ideeën herzien. Tot op heden hebben we alles online moeten doen omdat Bhutan pas net haar grenzen weer heeft geopend.”
De pandemie heeft dan ook veel invloed gehad op het project. Esther: “Online is een uitdaging geweest. Dat is heel anders dan fysieke bijeenkomsten. Je moet rekening houden met het tijdsverschil, beperkte internetverbindingen en kunt geen volle dagen met activiteiten organiseren. In plaats daarvan hebben we meerdere halve dagen online activiteiten georganiseerd.” “We hadden meer directe begeleiding bedacht, bij elkaar in een lokaal”, vult Samir aan. “Dat ontbrak nu.”
Even snel online iets vragen
De instellingen in Bhutan konden wel live samenkomen en daar vond dan ook persoonlijke interactiviteit plaats. “Al met al hebben we goede vooruitgang geboekt en veel docenten kunnen trainen”, aldus Samir. “Je kunt veel niet online doen, maar we konden wel veel vaker kort online bij elkaar komen zonder te reizen.”
Esther bevestigt: “Ik heb veel capacity building projecten gecoördineerd en dan kwam je eens in de zoveel tijd bij elkaar voor het project management. Door de pandemie hebben we geleerd hoe makkelijk je online met elkaar af kunt stemmen. Even snel een Zoom-call, gezamenlijk werken in de Google Drive , of kort iets vragen via WhatsApp. Dat blijft.”
Succesfactoren van het HAPPY Project zijn volgens Esther elkaar al kennen, samen het voorstel schrijven en de taken duidelijk verdelen. De verantwoordelijkheden en werkpakketten zijn dan ook goed verdeeld over de instituten. Volgens Samir heeft het project stabiele impact. “Het een leidt tot het ander en de samenwerking is nu duurzamer. Dit project gaat verder dan uitwisselingen terwijl uitwisselingen tegelijkertijd de basis hebben gevormd van dit project. Door dit project hebben we een groter begrip gekregen van Europa. Iedereen bij de vier instituten kent nu de EU en Erasmus+. De samenwerking in Bhutan tussen de vier instellingen is ook al een mooi resultaat. We hebben een duidelijk gezamenlijk doel en een duidelijke projectorganisatie en die structuur helpt.”
Langere tijd samenwerken
Alle partners hebben tot nu toe al veel van het project geleerd, zowel tussen instituten als binnen instituten. “Het trainen van de docenten in kwalitatieve onderzoeksmethoden is een mooi eerste resultaat”, zegt Samir. “Ze leren door te doen en de meeste zijn heel positief. Nu moeten ze meer kwalitatieve onderzoeksmethoden gaan gebruiken in hun lesmethoden en het gaan promoten bij studenten. Ook is het belangrijk om erkenning te krijgen van collega’s. We willen de ideeën over kwalitatief onderzoek en de houding van mensen veranderen. Dat is niet eenvoudig. Het heeft meer tijd nodig om daar verandering in te zien.”
Via Erasmus+ staff mobility krijg je de tijd om elkaar te leren kennenEsther van den Hartog
Het voordeel van Erasmus+ is volgens Esther dat ze langere tijd kunnen samenwerken. “Capacity building kan niet in een paar weken. Je moet elkaar kennen, vertrouwen en de relatie aangaan. Via Erasmus+ staff mobility krijg je de tijd om elkaar te leren kennen. Vervolgens vereist Erasmus+ capacity building dat je verschillende Europese partners bij het project betrekt. Dat maakt het project extra interessant en tegelijkertijd is het uitdagend om acht partners op één lijn te krijgen. Als dat lukt, draagt het positief bij. Iedere partner kan bijdragen vanuit de eigen expertise en het resultaat is de som van de verschillende delen. Het biedt toegevoegde waarde dat iedereen unieke competenties heeft om in te brengen. Je kunt zeggen dat we echt HAPPY zijn met het resultaat!”