Mobiliteit (KA131)
Binnen de actielijn KA131 is het mogelijk subsidie aan te vragen voor uitgaande mobiliteit van studenten en stafleden naar Programmalanden, en in beperkte mate naar landen buiten Europa (“derde landen”).
Naast de reguliere fysieke mobiliteit voor studenten van 2 tot 12 maanden en voor staf van 2 dagen tot 2 maanden, zijn in het nieuwe programma Erasmus+ 2021-2027 de volgende activiteiten mogelijk:
1. Korte blended mobiliteit: combinatie van een fysiek deel van 5-30 dagen en een virtueel deel.
2. Lange blended mobiliteit: combinatie van een fysiek deel van 2 maanden en een virtueel deel.
3. Korte mobiliteit voor PhD’ers: fysiek 5-30 dagen, met optioneel een virtueel deel.
4. Blended Intensive Programme (BIP): een module van minimaal 3 ECTS aangeboden door 3 partnerinstellingen die bestaat uit een fysiek deel van 5-30 dagen en een virtueel deel.
5. Internationale mobiliteit: uitgaande mobiliteit van studenten en staf naar partnerlanden (derde landen). Maximaal 20% van het toegekende budget is hieraan te besteden.
Het budget voor een KA131 is voor deze activiteiten in te zetten. In de aanvraag geef je een realistisch aantal mobiliteiten op die je denkt te kunnen realiseren.
Top-up voor deelnemers met een extra ondersteuningsvraag
De instellingen bieden op inclusieve wijze een buitenlandervaring aan deelnemers van alle achtergronden. De instelling kan in specifieke gevallen uit de toegekende subsidie een aanvullend bedrag ter beschikking stellen aan deelnemers die iets extra’s nodig hebben. Daarnaast kunnen hogeronderwijsinstellingen een extra toelage aanbieden aan studenten van ondervertegenwoordigde groepen.
In de Erasmus+ Programmagids vind je alle details over de mogelijkheden en de voorwaarden.