Het begin van Ron van Achteren
‘Door te zien dat je niet de enige bent, ontstaat gezamenlijkheid’
Senior projectmanager en trainer Ron van Achteren van het ROC van Amsterdam ging samen met een collega Abdelllah vijf dagen naar Londen voor een internationaal programma over radicalisering. De kennis die ze daar opdeden, gebruikten ze in een training die uitgaat van gemeenschappelijkheid.
Wat heb je gedaan?
Vijf jaar geleden ben ik samen met een Marokkaanse collega naar Londen geweest. Het thema van de reis was Safeguarding en het ging over radicalisering onder jongeren. In Londen hadden ze daar blijkbaar een oplossing voor gevonden en dat was voor mij de trigger om mee te doen. Op het ROC begeleiden we studenten die kwetsbaar zijn en extra aandacht nodig hebben. Het viel ons op daarbij dat studenten aan het radicaliseren waren en vroegen ons af wat we konden leren van de Engelsen.
In Londen zagen mijn collega en ik een landelijke aanpak die is gericht op allerlei vormen van radicalisering . Veel vormen van extremisme hebben dezelfde oorsprong, namelijk dat jongeren zich buiten de samenleving geplaatst voelen, geen aansluiting hebben met school en een andere uitweg kiezen. In Londen volgden we workshops en bezochten scholen. Ik vond het superinteressant. Helaas waren er op dat moment geen studenten omdat het vakantie was. Dat was een klein minpuntje.
Hoe was het?
Iedere deelnemer moest één van de vijf dagen organiseren en de lunch die Abdellah en ik hadden geregeld, was één van de hoogtepunten. Onze reisgenoten wisten niet veel over de Arabische samenleving en hadden nog nooit Marokkaans gegeten. We hebben toen een Marokkaanse lunch georganiseerd, waarbij over het eten werd verteld en waterpijp gerookt. Mensen konden zo de sfeer proeven.
Het viel ons op dat de Engelse samenleving heel anders is dan de Nederlandse. De situatie was daardoor moeilijk te vergelijken, maar het gaat er in de basis om dat jongeren worden gezien en gekend in wie ze zijn. Kijken naar wat we gemeenschappelijk hebben. We hebben toen bedacht dat we in een klas met veel verschillende nationaliteiten kunnen kijken naar wat ons verbindt. In plaats van kijken naar de verschillen, kijken naar wat we gemeenschappelijk hebben.
Wat hebben jullie daarna gedaan?
We hebben de training Ik ben Amsterdammer ontwikkeld. Waar je ouders ook vandaan komen, jíj woont in Amsterdam. Onze studenten voelen zich soms niet echt Nederlander, maar wel Amsterdammer. Wat betekent dat? Wat maakt je trots? Jongeren willen ergens bij horen. We maakten groepjes op basis van het stadsdeel waar ze woonden en gaven ze een aantal competitieve opdrachten. Ze ervaarden hoe snel je in een groep komt die anders is dan de groep waar je anders voor zou kiezen. Wat maakt dat je je een groep voelt? Met deze training heb je iets om over te praten.
Naast deze trainingen geven we vanuit het Loopbaan Expertise Centrum van het ROCvA trainingen die gebaseerd is op hetzelfde principe: hoe wordt je een veilige groep? De training die we nu aan alle eerstejaars geven, heeft als doel dat je als docent probeert de groepsdynamiek te sturen. Dat kan door te kijken naar overeenkomsten in de klas. We doen dat onder meer met een soort over-de-streepachtige oefening. Loop naar de overkant als je bij je vader en je moeder woont. Of als je het oudste kind bent van het gezin. Bij iedere oefening staat er een ander groepje aan de overkant van de streep. Studenten zien dat ze niet de enige zijn en daardoor ontstaat gezamenlijkheid. Daarnaast ziet de mentor thema’s die spelen in de groep en bij individuele studenten. Iedereen voelt zich gezien en daardoor is de kans op uitval kleiner.
Wat heeft het gestart?
Het was mooi om te zien dat ze in Engeland ook bezig zijn met gemeenschappelijkheid. Het leuke aan de reis vond ik vooral de kennismaking met andere scholen en superinteressante workshops. Bijvoorbeeld over restorative justice, herstelrecht. Als je de fout in gaat, ben je schuldig en krijg je straf. Maar je moet ook de mogelijkheid krijgen om de schade te herstellen. We zijn hierover met docenten gaan praten. Zij moeten studenten ook de kans geven hun fouten recht te zetten. Dit sluit aan bij de trainingen oplossingsgericht werken die ik geef, waarbij we kijken wat er goed gaat in plaats van focussen op wat er niet goed gaat. Kun je de goede dingen gebruiken voor de oplossing?
We zijn hier nu zeven jaar mee bezig en de reis naar Londen kwam als geroepen. Zelf zou ik dolgraag nog eens naar Finland willen. Oplossingsgericht werken is daar groot. Ik wil kijken of we daarvan kunnen leren hoe we oplossingsgericht werken niet alleen in de zorg voor de student maar ook in het pedagogisch en didactisch handelen kunnen laten doorklinken. Dan wil ik ook het verhaal van studenten horen. En een platform van good practices zou mooi zijn, want ik vind het jammer dat ik nu geen contact meer heb met de scholen in Londen. Met terugkombijeenkomsten kun je kijken naar logische vervolgstappen.
Start met impact?
De impact van de reis was groot. Om te beginnen heb ik gemerkt dat we het in Nederland nog niet zo slecht doen. Veel scholen zitten er bovenop en signaleren problematiek. Ook bij het ROCvA hebben we een goede zorgstructuur met aandacht voor de student. We kunnen nog wel leren van community colleges, waarbij de school onderdeel is van de gemeenschap. Dat zouden we als ROC nog meer kunnen zijn. Tante Jo om de hoek doet dan bijvoorbeeld de catering en er is een naschools programma van jeugdwerk of de plaatselijke sportvereniging. Als ROC kunnen we nog meer naar onze omgeving kijken om te zien wat we kunnen doen in de buurt.
Dit verhaal maakt onderdeel uit van de lancering van het nieuwe programma 2021-2027, met als thema Let’s begin. Op dinsdag 22 juni is een interactieve online lanceringsbijeenkomst voor iedereen die met Erasmus+ wil starten of doorgaan.